press
← Terug

Nuit Américaine / Stills

Onscherpe beelden, de hel voor een fotograaf, voor Peter De Bruyne een geschenk uit de hemel. ,,Details leiden je toch alleen maar af van de essentie‘‘, zegt hij zelf. De essentie, daar draait het om bij het werk van deze boeiende Amerikareiziger.

Peter De Bruyne hoort bij het uitstervende ras der analogen. Dat komt goed uit voor een ongebonden reiziger die het leven on the road ten volle opneemt, het toeval uitdaagt. ,,Soms dagen rondrijden, zonder een foto te nemen en dan onder de indruk komen van dat zeldzame moment waarin alles perfect lijkt samen te vallen.‘‘

Dat reizen bracht hem over de plas naar de Verenigde Staten en Mexico met zijn uitgestrekte landschappen en eindeloze highways onder een drukkende hemel. Zo ontstonden deze reeksen foto‘s: Nuit Américaine en Stills.

Nuit Américaine refereert naar de nachtscènes in Amerikaanse westerns van de jaren ‘50 en ‘60, scènes die op klaarlichte dag werden gedraaid. Een techniek genoemd naar de gelijknamige film van François Truffaut. Enorme woestijnvlaktes uitlichten was immers titanenwerk.
Een dagopname voor nachtopname laten doorgaan, is het resultaat van verschillende factoren: spelen met licht en schaduw, filtering en belichting.
Opnamen die ‘s middags worden gedraaid wanneer het licht het hardst is, ofwel ‘s morgens of ‘s avonds om het maanlicht na te bootsen.
Het zijn net die zaken waar De Bruyne graag mee speelt. Ook hij fotografeert het liefst op die gouden momenten: wanneer het licht over de velden strijkt,
wanneer het oker de overhand neemt, de schaduwen lengen en de kleuren intenser worden. En om dat alles nog te versterken haalt de fotograaf alle scherpte uit zijn onderwerp tot alleen de essentie overblijft en we een panoramische view krijgen, een still als cinematografisch beeld van weleer, in technicolor.

Wat rest zijn kleuren en sferen die ons doen denken aan The American Dream. Beelden die een zekere nostalgie inhouden. Daar speelt hij dan ook gretig op in, alsof hij onze verwachting wil inlossen, alsof hij onze beeldvorming niet alleen wil bevragen maar ook bevestigen. Het Amerikaans icoon wordt zo een cliché dat we zelf zo graag opzoeken. Een verroeste pick-up, een verlaten tankstation, eenzame stoelen in een wegrestaurant, een billboard uit vervlogen tijd. Stuk voor stuk iconen van het Amerikaanse continent. Van een Amerika dat voor ons niet meer overeenstemt met het Amerika van nu, maar dat er wel nog steeds is. Want nergens ter wereld is er dat gevoel van onmetelijke vrijheid, van immense mogelijkheden die nooit lijken op te houden. En binnen die grenzeloosheid houdt de fotograaf halt bij zijn mysterie: een man met een cowboyhoed die uit het niets opdoemt, twee silhouetten die wachten aan een baancafé... Metaforen zijn het, visioenen, amper vast te leggen, en toch...

Wat overblijft is een indruk, soms vage contouren, een kleur, een sfeer. De essentie dus. Onderschriften hoeven niet. Want deze foto‘s zijn stills, momentopnames van een verschijning, beelden die overal en nergens kunnen genomen zijn. Ook daarin zijn ze ontdaan van elk detail. Wie toekijkt ziet niet een persoon, een plaats, een tijdstip, maar een illusie.

Helemaal thuisgekomen laat De Bruyne zijn verbeelding over aan die van ons. Wie kijkt hoeft zich niet krampachtig te focussen, hoeft zich niet op te houden aan details. Hij moet vooral de weg kwijt raken, zich ongebonden en vrij verliezen in de onmetelijke vlaktes en voor zichzelf het bijzondere invullen. The American Dream een beetje zijn droom te laten worden.

Rik De Jonghe, 30 juni 2010